Hoe overleef ik… mijn eerste baan?

Een eerste baan is best spannend. Om je vuurdoop zo soepel mogelijk door te komen, heeft SMART een paar tips voor je. Als netwerk voor Young Professionals van beginnende (of inmiddels redelijk ervaren) harde werkers hebben wij tenslotte ook in jouw schoenen gestaan.

Je hele studietijd hoorde je prachtige ervaringen van mensen die hun droombaan hadden gevonden. Misschien vertelden sommigen ook wel horrorverhalen van eerste jobs die op een deceptie uitliepen. Ga jíj slagen bij je eerste werkgever of niet? Dat heb je voor een deel in eigen hand.

Zodra je die eerste dag naar je werkplek loopt, weet je: ik ben binnen. Heel mooi natuurlijk, van harte gefeliciteerd! Maar nu begint het avontuur pas echt. Want waar moet je in het begin van je carrière allemaal op letten? Je leest het hieronder.

1. Neem de tijd om te wennen

De eerste paar maanden kunnen heel vermoeiend zijn. Het valt ook niet mee: al die nieuwe indrukken, opeens 40 uur per week productief moeten zijn, doorgaan met je sociale leven van vóór de baan, gelijk 100 procent willen geven. Weet dat het oké is om vermoeid te zijn. Dat je niet de hele tijd álles hoeft te geven. En dat je gerust een avondje (of zelfs een week) ‘s avonds mag crashen op de bank. Na een tijd wordt werken vanzelf minder vermoeiend. Dan kun je je weer van de bank hijsen en je sociale leven oppakken.

2. Doe nét iets meer je best

Het is een cliché maar de eerste indruk telt voor twee. Dus kom op tijd, kam je haar, doe aardig tegen iedereen. Die wat oudere collega die altijd net te laat komt, kan dat misschien maken. Als beginnend medewerker doe je dat liever niet. Eerst maar een goede indruk maken en gelijk je best doen, dan verdien je je vrijheden later vanzelf terug.

3. Ja echt, die werk-privébalans is belangrijk (hoe suf het ook klinkt)

Ga in het begin helemaal voor je nieuwe job, maar bescherm jezelf goed. Leef ook een leven naast je werk, blijf vooral de dingen doen die je blij maken. Donder niet in de valkuil van ‘een burn-out overkomt mij toch niet.’ Zoek manieren om na het werk je hoofd leeg te maken.

4. Hark die hulp binnen

Misschien ben je net zo eigenwijs als wij en denk dat je alles al weet. Fout! Tips van collega’s en begeleiders zijn heel waardevol. Zij werken er tenslotte al langer en weten ongetwijfeld meer dan jij. Vraag actief om hulp op de werkvloer. Dit is geen teken van zwakte en wordt ook niet zo opgevat. Integendeel, door vragen te stellen toon je juist initiatief en laat je zien dat je je wilt ontwikkelen (zie ook tip 6).

5. Deadlines zijn belangrijk, maar niet heilig

De wereld van data en onderzoek zit vol deadlines. Uiteraard is het belangrijk om die zoveel mogelijk te halen, maar laat je niet gek maken: meestal gebeurt er niks verschrikkelijks als

het net iets later wordt. Communiceer het wel duidelijk naar je leidinggevende. Meestal kom je er samen gewoon uit. Bespreek hoe je deadlines haalbaar maakt zonder te bezwijken onder de stress. Alleen jij voelt tenslotte je eigen grenzen en stressniveau.

6. Blijf je ontwikkelen, initiatiefnemen loont

Je hebt nu wel een baan maar je bent nooit uitgeleerd. Blijf je ontwikkelen, ga naar congressen, word lid van netwerken (SMART!), volg die cursus. Dat is goed voor je academische ontwikkeling maar ook voor je sociale netwerk. Misschien vind je het lastig om toestemming of budget te vragen op je werk. Geen angst: uit ervaring weten wij dat de meeste werkgevers juist heel enthousiast reageren op je initiatief en leergierigheid.

7. Het belangrijkste: geniet en pak die kansen!

Werken kan veel van je eisen, zowel fysiek als mentaal, maar pluspunten zijn er zat. Je krijgt er een compleet sociaal leven bij, denk maar aan het borrelen met collega’s. En ook het werk zelf kan veel voldoening geven, zeker als je net een prachtproject hebt afgerond met je team. Let er wel op dat je niet alleen een harde werker wordt, maak ook plezier op de werkvloer!

P.S. Heb je zelf nog tips, deel ze dan vooral met ons. Goede input is altijd welkom