De verengelsing van het onderwijs

De afgelopen jaren stroomden steeds meer internationale studenten de Nederlandse collegezalen in. Moeiteloos konden zij hier hun opleidingen volgen, want vele daarvan worden in het Engels gegeven. Dat heeft gevolgen voor de Nederlandse taalvaardigheid en zelfs voor onze maatschappij, waarschuwen critici. 

Door Robert Heeg

Voor degenen die het lezen van Nederlandse teksten al een beetje zijn ontleerd: het woord in de kop boven dit artikel spreek je uit als ver-Engelsing. Het fenomeen komen we dagelijks tegen; als je een vraag stelt in winkels (‘Sorry, English please?’), in oer-Hollandse tv-programma’s die gek genoeg Engelse titels hebben (Musical Awards: The Kick-off), in alle interviews met marketeers (het woord alleen al), in gesprekken van Nederlandse tieners op straat (Oh my God!), en ja, ook in het onderwijs. 

Anno 2024 komt 31 procent van de eerstejaarsstudenten aan de universiteit uit het buitenland, rapporteerdede NOS eerder dit jaar. Bij de studenten die een master startten lag dit op 33 procent. En hoewel de instroom licht terugliep, meldde demissionair minister Dijkgraaf dat het aantal internationale studenten aan de universiteiten in april 3,5 keer zo hoog was als in 2005. 

Aanknopingspunten

De verengelsing van het hoger onderwijs wordt al jaren kritisch gevolgd. Volgens het onderzoek ‘Effecten van Engels als voertaal in het hoger onderwijs’ (Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht en het Kohnstamm Instituut, 2021) was Engels dat jaar de onderwijstaal in 28 procent van de universitaire bacheloropleidingen en in 76 procent van de universitaire masteropleidingen. In het hbo ging het om 6 procent van bachelor- en 24 procent van de masteropleidingen.

De Minister van OCW stelde dat de onderwijskwaliteit niet door Engelstalig onderwijs aangetast mocht worden. Dus stelden de onderzoekers de vraag: heeft Engelstalig onderwijs meerwaarde voor, of doet het afbreuk aan de vakinhoudelijke kennisverwerking?’ Casestudies van 2 wo-bacheloropleidingen en 2 hbo-opleidingen toonden geen eenduidig verband tussen training in Engelse taalvaardigheid en studierendement. Het onderzoek toonde risico- en succesfactoren van Engelstalig hoger onderwijs en bood ‘aanknopingspunten om de meerwaarde van het Engels als onderwijstaal nader vorm te geven, gericht op taalvaardigheid, didactiek en interculturele vaardigheden.’

Chicago of Schilderswijk?

Urgenter was een onderzoek van de Radboud Universiteit (2019); daarin stond dat Nederlandse studenten slechtere cijfers halen als zij een opleiding in het Engels volgen. De wetenschappers onderzochten 614 eerstejaars psychologiestudenten in Nijmegen. Studenten die de opleiding in het Nederlands volgden scoorden gemiddeld een 7,2 terwijl de andere groep een 6,7 behaalde. Conclusie van de onderzoekers was dat de stof waarschijnlijk beter te begrijpen is als die in de eigen taal wordt gegeven.

Arthur Wiggers ging een stap verder. In zijn betoog in Het Parool (2021), stelde de UvA-student politicologie dat de gestage verdwijning van het Nederlands uit universitaire opleidingen onze samenleving beschadigt. Hij waarschuwde voor gevolgen op de arbeidsmarkt, waar huisartsen, rechters of notarissen nog steeds goed Nederlands moeten beheersen. Volgens Wiggers kan de universiteit zich niet kwijten van haar publieke taak de Nederlandse samenleving te dienen. ‘In het eerste jaar van politicologie komen de probleemwijken van Chicago meer voor in de leerstof dan onderzoeken over Kanaleneiland in Utrecht of de Schilderswijk in Den Haag; zo verdwijnt met de verengelsing de focus op Nederlandse onderwerpen die ook van groot belang zijn.’

Voorstanders 

Voorstanders van de internationalisering zijn er ook. Het bureau Universiteiten van Nederland meldde dat het gezien de vergrijzing ‘noodzakelijk is om wetenschappelijk toptalent uit het buitenland aan te trekken voor zowel het onderzoek als het onderwijs’. Het bericht nuanceert bovendien de cijfers: het merendeel (70%) van de bacheloropleidingen zou in het Nederlands te volgen zijn. De Engelstalige bacheloropleidingen zitten voornamelijk bij de sectoren Techniek en Sectoroverstijgend (University colleges). Binnen Economie is het aanbod van opleidingen met zowel een Nederlandstalige als een Engelstalige variant het grootst. Bij de masteropleidingen is voor vrijwel alle sectoren Engels de meest voorkomende instructietaal. De sectoren Gezondheid en Recht hebben relatief de meeste Nederlandstalige masteropleidingen.

Overdreven welwillendheid 

De universiteiten zelf nemen ondertussen wel maatregelen om de instroom van internationale studenten te beperken. In een gezamenlijke leidraad kondigden zij dit jaar verschillende maatregelen aan. Alle grote bacheloropleidingen moeten ook in het Nederlands worden aangeboden en een deel van de Engelstalige bacheloropleidingen wordt omgezet in een Nederlandstalige opleiding. Doel van de maatregelen is het aantal internationale studenten terug te dringen en de Nederlandse taalvaardigheid te vergroten. Wiggers ziet hierin niet de oplossing: ‘Niet internationale studenten zijn het probleem, maar onze overdreven welwillendheid om alles naar hun smaak te willen aanpassen ten koste van ons eigen publieke onderwijs en de Nederlandse samenleving.’