Europese bedrijven leunen veel te zwaar op Amerikaanse technologie, en dat brengt grote risico’s met zich mee. Een recent rapport van Proton laat zien dat maar liefst 81% van de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen Amerikaanse technologie gebruikt voor belangrijke systemen, zoals e-maildiensten, besturingssystemen en meer. Dat betekent dat de continuïteit van hun bedrijfsvoering in gevaar kan komen zodra deze infrastructuur om welke reden dan ook wegvalt of juridisch onder druk komt te staan.
Hoewel dit onderzoek specifiek naar Nederland keek, speelt dezelfde afhankelijkheid in heel Europa. Overheden, banken, zorginstellingen en bedrijven vertrouwen massaal op aanbieders als Microsoft, Amazon en Google voor cloud, dataopslag en software. Onderzoekers en opiniemakers, waaronder De Correspondent en het CPB, waarschuwen al langer dat dit de autonomie van Europa ondermijnt.
Die afhankelijkheid kent meerdere risico’s. Allereerst is er de kwestie van privacy en compliance: Amerikaanse wetgeving kan toegang geven tot Europese data, zelfs wanneer die data lokaal wordt opgeslagen. Daarnaast speelt de kwetsbaarheid van continuïteit: geopolitieke spanningen of commerciële keuzes van Amerikaanse techbedrijven kunnen in één klap hele sectoren in Europa raken. Tot slot remt deze afhankelijkheid de innovatiekracht, omdat het de ontwikkeling van een robuust Europees tech-ecosysteem in de weg staat.
Steeds meer experts pleiten daarom voor eigen Europese cloudoplossingen en investeringen in alternatieve infrastructuur. Initiatieven zoals Gaia-X en nationale strategieën rond dataveiligheid zijn voorbeelden van pogingen om gevoelige informatie binnen de EU te houden. Voor bedrijven betekent dit dat zij kritischer moeten kijken naar hun leveranciers, risico’s in kaart moeten brengen en waar mogelijk hun afhankelijkheid moeten spreiden.
Bron: Proton
