Hatsjoe!!! Hoe breng je een griepgolf in kaart?

Vorige week gingen 58 op de 100.000 mensen met griepachtige klachten naar de huisarts. Voor onderzoeksinstituut Nivel het signaal dat de jaarlijkse griepepidemie begonnen is. Hoe meet het instituut dat? En wat gebeurt er met de cijfers?

Door Robert Heeg

Al sinds 1970 levert het Nivel (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg) cijfers over het aantal mensen met griepklachten. Mariëtte Hooiveld, senior onderzoeker Infectieziekten in de eerste lijn (surveillance) vertelt waarom dat belangrijk is. ‘Signaleren van toename van ziekte betekent onder meer: bewustwording, zo nodig jezelf beschermen, en de capaciteit van ziekenhuizen verhogen. Het biedt zicht op de epidemiologie van griep in Nederland en levert een bijdrage aan de internationale surveillance. Het biedt ook zicht op de circulatie van het griepvirus en andere virussen, en op de karakterisering van het influenzavirus; welk type is het, en passen die types bij het griepvaccin en het onderzoek naar de effectiviteit van dit vaccin? Zo leveren de cijfers een bijdrage aan het bepalen van de samenstelling van het griepvaccin door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), en zien we of er virussen circuleren die resistent zijn tegen antivirale middelen.’

Het Nivel beschikt over een enorme hoeveelheid data die teruggaat tot 1970. De informatie komt uit peilstations en zorgregistraties. Hoe heeft jullie onderzoek zich in de loop der decennia ontwikkeld? 

‘Anders is dat we ons nu niet alleen richten op griep maar meer in bredere zin op luchtweginfecties, met name influenza, SARS-CoV-2 en RS-virus. Bij de start in 1970 was berekend dat een steekproef van ca. 1 procent van de bevolking voldoende was. Dat is nog steeds het geval. Maar voor de circulatie van virussen is na de coronapandemie gezegd dat hiervoor meer peilstations gewenst zijn en dat is toen uitgebreid.’

Wat zijn voor het Nivel de uitdagingen bij het leveren van accurate griepcijfers? 

‘Huisartsen doen mee op vrijwillige basis. Ze krijgen er uiteraard een vergoeding voor, maar dat is niet hun belangrijkste motivatie. Huisartsen hebben het echter heel druk en dan is het een extra belasting om ook nog patiënten te motiveren om te mogen bemonsteren met een keel- en neuswatje. Het kost ook tijd om het monster af te nemen, te verpakken en aanvullende gegevens in te vullen. Dus het is wel extra werk. Daarom onderzoeken we nu samen met het RIVM of patiënten mogelijk zelf zo’n monster kunnen afnemen, vergelijkbaar met de zelftesten tijdens corona.’

Het Nivel meet veel meer dan alleen griep in Nederland. Wie kunnen er zoal gebruikmaken van deze data voor verder onderzoek?

‘Onze gegevens zijn beschikbaar voor andere onderzoekers. Die kunnen hiertoe een aanvraag bij ons indienen.’ 

Wisselen jullie ook internationaal data uit? 

‘Het onderzoek naar de effectiviteit van de griepprik wordt in Europees verband gedaan. Want daarvoor heb je heel grote databestanden nodig en dan is een enkel land meestal te klein. Je vergelijkt dan mensen die wel en niet gevaccineerd zijn, en of ze wel of geen influenza hadden. Maar omdat mensen die zich laten vaccineren vaak verschillen van mensen die dat niet doen, moet je rekening houden met veel verstorende factoren. Gevaccineerden zijn bijvoorbeeld meestal ouder en hebben vaak een chronische ziekte; dat is immers de doelgroep die opgeroepen wordt voor vaccinatie. Maar ook wil je apart kijken naar verschillende type influenzavirus en moet je dus de onderzoeksgroep opsplitsen in groepjes. De resultaten worden altijd openbaar gepubliceerd en we doen dit onderzoek onafhankelijk van de farmaceutische industrie.’ 

Zie je een groeiende rol voor AI in jullie studies?

‘Er zijn onderzoekers die machine learning-technieken gebruiken om een griepepidemie te kunnen voorspellen. Dat blijft lastig, want virussen zijn juist zo onvoorspelbaar. Op dit moment zijn we daar bij het Nivel niet mee bezig.’