
“Kom in beweging!”
Vorige week rapporteerde Daily Data Bytes over het SureSync-onderzoek naar de slechte voorbereiding van Nederlandse bedrijven op de komst van de Data Act. Deze week vertelt Sander Odijk, Managing Director van SureSync, waar de pijnpunten en de kansen liggen.
Door Robert Heeg
De Data Act, de Europese wet die in september 2025 van kracht wordt, is bedoeld om inefficiënte processen te verbeteren en de datadeling binnen de EU te vereenvoudigen. Toch is slechts 17 procent van de Nederlandse organisaties klaar voor de wet. Maar liefst 40 procent van de leidinggevenden weet niet eens wat de wet inhoudt. De klok tikt, maar veel bedrijven lijken nog niet in actie te komen. Dat blijkt uit onderzoek van PanelWizard, in opdracht van IT-dienstverlener SureSync, onderdeel van Visma. Sander Odijk, Managing Director van SureSync, vertelt er meer over.
SureSync gaf PanelWizard opdracht tot dit onderzoek over de Data Act. Dan kregen jullie vast al signalen dat Nederlandse organisaties slecht voorbereid zijn…
‘Precies. We merkten in de gesprekken met klanten en partners dat veel organisaties meer bezig zijn met AI dan met de Data Act. En dat terwijl de wet toch wel flinke impact kan hebben op je bestaande operatie. Daarom besloten wij om dat kwantitatief te onderbouwen en dat leidde ook tot dit onderzoek.’
De cijfers zijn best verontrustend.
‘Zeker. Eén op de vijf organisaties heeft het redelijk voor elkaar. Die weten wat de Data Act inhoudt en hebben hun eigen processen erop aangepast. Een flink deel heeft de wetgeving wel in het vizier maar is nog bezig met een impactanalyse en plannen maken. En 40 procent is er gewoon helemaal niet mee bezig, terwijl die wet toch over een kleine vijf maanden al ingaat. Dat vind ik een heel hoog percentage.’
Waarom zijn ze daar dan helemaal niet mee bezig?
‘Dat heeft meerdere redenen. Europese wetgeving heeft altijd een zweem van: dat wordt nog wel uitgesteld. Dat is ook wat 41 procent van de ondervraagden denkt. En daardoor wachten veel mensen met actie ondernemen. Daarnaast zegt 28 procent onvoldoende kennis en kunde te hebben over de wet en de uitvoering. Die weten niet zo goed waar ze moeten beginnen en doen dus niets. We zien bovendien dit soort wetgeving soms belandt bij een specifieke afdeling, bijvoorbeeld legal; die overziet dan wel de juridische implicaties maar niet de kansen die deze wet biedt, want die zitten vaak meer aan de ondernemerskant.’
Voor een op de vijf organisaties schijnt de afwezigheid van een universeel format voor het vastleggen van data een obstakel te vormen.
‘Klopt. Elke organisatie slaat data op zijn eigen manier op en doet dat op verschillende manieren. En het collega-bedrijf ernaast, in dezelfde sector, doet het misschien op vijf andere manieren. Daar zal je met elkaar afspraken over moeten maken. Als je een universeel dataformat hebt, kan je makkelijker gegevens uitwisselen want je kan dan systemen direct met elkaar laten communiceren. Je ziet gelukkig wel initiatieven om naar standaardisatie toe te gaan, bijvoorbeeld in de zorg.’
Doel van de wet is om de data-uitwisseling binnen de EU te verbeteren. Is die momenteel zo slecht dan?
‘Nou, ik denk dat er wel een slag te slaan is. De Data Act zorgt dat er meer duidelijkheid is over wie toegang heeft tot welke data en onder welke voorwaarden. En wat nieuw is: als data gegenereerd wordt door apparaten of in cloud-services worden opgeslagen, maar wel herleidbaar is naar personen, dan is die data nu ook van die personen om erover te beschikken. We kennen al de GDPR-wetgeving, met persoonsdata waar je toestemming voor moet geven, maar nu komt er ook datasoevereiniteit geland op data die in je slimme apparaten zitten.’
In jullie persbericht zeg je dat de Data Act bedrijven enorme kansen biedt. Zoals…?
‘Voor het mkb kan dit best wel een verbetering zijn. Neem bijvoorbeeld een consument met een onderhoudsabonnement bij een cv-installateur. Nu komt die installateur één keer per jaar langs, steekt zijn stekker in de cv-installatie en ziet de foutmeldingen. Die data is natuurlijk allang beschikbaar want die zit gewoon in dat cv-apparaat. Misschien is de data ook al beschikbaar bij de producent van dat apparaat. Als je daar zelf toestemming voor geeft als datahouder, dan deel je de data voortaan direct met je installateur die gelijk actie kan ondernemen, in plaats te wachten op dat jaarlijks bezoek.’
Er heerst een gebrek aan kennis over de uitvoering; is de communicatie over de Data Act zo slecht?
‘Daar zit ook wel een pijnpunt. Eigenlijk is de Data Act al in 2023 door het hele wetgevingskader gedaan. Maar de Europese wetgeving wordt vaak in nogal juridische technische termen gepresenteerd. En over het algemeen wordt er niet zoveel nadruk gelegd op de kansen die dit soort wetgeving met zich meebrengt. Ik kan mij voorstellen dat het voor het gemiddelde bedrijf weinig aantrekkelijke teksten zijn om te lezen.’
Wat zijn de potentiële gevolgen voor wie de Data Act negeert of te laat acteert?
‘Als je wel data opslaat van klanten die onder de Data Act gaan vallen, en die data wordt daadwerkelijk opgevraagd, dan zal je die wel moeten verstrekken binnen een redelijke termijn. Als je dat niet doet, dan loop je het risico op boetes. Maar ik denk eerder dat je gewoon kansen mist om nieuwe samenwerkingen te realiseren, waarmee je uiteindelijk een betere propositie kan maken. Als je concurrent dat wel doet, en jij doet het niet, dan gaat dat ten koste van je concurrentiepositie.’
Wat moeten bedrijven doen die een inhaalslag willen maken?
‘Wij zijn twee jaar geleden begonnen met het ontwikkelen van een federatief data-delende oplossing dat we onlangs hebben gelanceerd. Daarin zit de Europese wetgeving ingebouwd en dat kan je bovenop je bestaande IT-infrastructuur leveren. Als ik één tip mag geven dan is het: als je bij die 40 procent zit die hiermee nog niet is gestart, ga er alsjeblieft naar kijken. Breng je in kaart waar je nu staat en wat er moet gebeuren. Je voorkomt er boetes mee maar het biedt vooral kansen. Dus kom in beweging!’
Over het onderzoekHet onderzoek is uitgevoerd onder 332 managers, beslissers en C-level executives binnen Nederlandse organisaties. De respondenten zijn werkzaam binnen verschillende afdelingen, waaronder IT, algemeen management, finance, HR, duurzaamheid, data en compliance.