
“Dit markeert een cultuurverandering”
Met het Generiek Kompas werd onlangs een nieuw kader geïntroduceerd voor kwaliteit in de ouderenzorg. Imme van der Velde, adviseur bij ZorgfocuZ legt uit wat er verandert en waarom dat belangrijk is.
Door Robert Heeg
Het Generiek Kompas vervangt drie eerdere documenten: het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg, het Kwaliteitskader Wijkverpleging en het Addendum Wlz-zorg thuis. Door deze samen te voegen, ontstaat één overkoepelend en generiek kader dat zorgorganisaties en professionals houvast biedt bij het organiseren en verbeteren van de zorg.
Wat maakt het Generiek Kompas vernieuwend?
‘De bredere blik op kwaliteit. Niet alleen de cliënt staat centraal, maar ook het gehele netwerk rondom de cliënt wordt nadrukkelijk betrokken. Deze integrale benadering sluit beter aan bij de realiteit van vandaag, waarin zorg steeds vaker thuis of in de wijk wordt geleverd, en samenwerking tussen verschillende betrokkenen essentieel is. Het Generiek Kompas speelt in op actuele ontwikkelingen in de ouderenzorg, zoals de toenemende complexiteit van zorgvragen, de groeiende druk op personeel en het streven naar meer eigen regie en zelfredzaamheid voor cliënten. Dit vraagt om een andere manier van denken en werken binnen zorgorganisaties: minder top-down, meer in dialoog, en met ruimte voor maatwerk. Het markeert een cultuurverandering in hoe wordt gekeken naar kwaliteit in de ouderenzorg.’
Waarom moesten bestaande kwaliteitskaders worden vervangen door dit Generiek Kompas?
‘De verschillende kwaliteitskaders boden ieder op hun eigen manier richtlijnen voor zorgkwaliteit, wat ook leidde tot versnippering en onduidelijkheid. Zorgaanbieders, zorgverleners en cliënten hadden te maken met uiteenlopende eisen en verwachtingen, afhankelijk van de specifieke zorgvorm of financiering. Het Generiek Kompas bundelt deze kaders tot één uniforme en overzichtelijke standaard, waardoor het eenvoudiger moet zijn om goede zorg te blijven leveren. Daarnaast legt het Generiek Kompas de nadruk op de wensen, behoeften en leefstijl van de cliënt. Verder zouden organisaties vanwege het Generiek Kompas beter in kunnen spelen op veranderingen in de zorgbehoefte, de maatschappij en nieuwe vormen van zorg. Het voorkomt bovendien dubbele regelgeving en verkleint de administratieve druk voor zorgorganisaties.’
Moesten jullie bij ZorgfocuZ veel tijd investeren om naar het nieuwe kompas te switchen?
‘Voor ons verandert er niet heel veel. De kern van het meten van cliëntervaringen blijft hetzelfde en organisaties zullen dit blijven doen. Sterker nog, de behoefte om deze ervaringen zo in te richten dat er meer concrete sturingsinformatie uit voortkomt, lijkt zelfs toe te nemen. Het leren en ontwikkelen staat nóg meer centraal dan in het verleden, toen onderzoek werd gezien als puur een verplichting. We zien dan ook dat organisaties hier zoekende in zijn. Met name de koppeling tussen het tellen (kwantitatief meten) en het vertellen (ophalen van kwalitatieve informatie) is hierbij van belang. Het verschil tussen de vragenlijsten is bovendien beperkt en wij bieden al langere tijd diverse methoden voor dataverzameling aan. Dat begint altijd bij de vragen: wat wil je weten, van wie en hoe gaan we dat te weten komen? We hebben ruime ervaring met de richtlijnen voor het verzamelen van data en het aanleveren van gegevens aan partijen als ZorgkaartNederland en de gegevensmakelaar.’
Wat doet die gegevensmakelaar precies?
‘Het is een onafhankelijke partij die zorgdraagt voor de veilige en gestandaardiseerde uitwisseling van gegevens binnen de zorgsector; een tussenpersoon als het ware. Zorgorganisaties sturen hun meetgegevens naar de gecertificeerde gegevensmakelaar, die deze data op een uniforme manier verwerkt en doorstuurt naar de juiste instantie, in dit geval het Zorginstituut. Hierdoor wordt de administratieve last voor zorgorganisaties verminderd, blijft de kwaliteit van de data gewaarborgd en wordt voldaan aan de eisen voor privacy en gegevensbescherming, zoals de AVG.’
Wat voor vragen en potentiële uitdagingen brengt de transitie naar het Generiek Kompas met zich mee?
‘Een veelvoorkomende uitdaging is het efficiënt verzamelen en verwerken van cliëntervaringen volgens de nieuwe richtlijnen en het vertalen hiervan naar concrete verbeterpunten. Sommige organisaties moeten bestaande meetinstrumenten aanpassen of nieuwe dataverzamelingsmethoden introduceren. Dit kan tijdelijk zorgen voor onduidelijkheid of onzekerheid over de juiste manier van meten en monitoren. Daarnaast vraagt de integrale benadering van het Generiek Kompas om intensievere samenwerking tussen zorgaanbieders. Dat maakt organisatorische afstemming en een zorgvuldige informatie-uitwisseling noodzakelijk. We zien dat organisaties hier nog hun weg in zoeken. Voor extra uitdagingen zorgen de bescherming van de privacy van cliënten en het voldoen aan wet- en regelgeving.’
Hoe ondersteunt ZorgfocuZ zorgorganisaties bij de implementatie?
‘Wij stemmen onze aanpak af op de nieuwe richtlijnen. Hierdoor blijven onze diensten optimaal aansluiten bij de behoeften van zorgorganisaties en dragen wij bij aan verbeteringen binnen de sector. Wij ondersteunen zorgorganisaties bij het integreren van de nieuwe meetmethoden in hun bestaande kwaliteitsprocessen. De standaarden van het Generiek Kompas vormen een belangrijk uitgangspunt, maar we gaan graag een stap verder. Op basis van de verkregen inzichten doen we gerichte aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering, specifiek afgestemd op de behoeften van zorgorganisaties. We kunnen onderzoek doen onder de diverse doelgroepen die expliciet in het kompas worden genoemd, zoals cliënten, medewerkers, vrijwilligers, verwijzers en ketenpartners. Persoonlijk zie ik het als een mooie uitdaging om organisaties die het proces in eerste instantie als complex ervaren, snel naar de kern te helpen. Samen stellen we een onderzoeksplan op dat past bij hun situatie en doelen. Dit vraagt om flexibiliteit én een luisterend oor als het aankomt op de behoeften van onze opdrachtgevers.’
Over Imme van der Velde
Als ervaren adviseur bij ZorgfocuZ is Imme gespecialiseerd in het begeleiden van organisaties bij hun zoektocht naar passende onderzoeksoplossingen. Zijn focus ligt op onderzoek onder cliënten en medewerkers, waarbij hij organisaties begeleidt vanaf de eerste vraagverkenning tot aan het bepalen van de beste onderzoeksaanpak.