Klimaatverandering is niet alleen een probleem van de toekomst. VIA en bvA hebben daarom gezamenlijk het initiatief genomen om tot een standaard te komen voor het meten en rapporteren van CO2-emissies. Het Data & Insights Network is bij dit initiatief betrokken. Dit is een ambitieus, maar ook noodzakelijk doel. In het kader van de Europese CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) zijn deze rapportages verplicht voor veel bedrijven vanaf 2024. Het is belangrijk dat we als industrie en data- en insightssector voorbereid zijn op deze veranderingen. Dat vraagt om een gezamenlijke aanpak, want als we deze rapportages allemaal op dezelfde manier inrichten, voorkomen we dubbel werk en krijgen we sneller inzicht in de mogelijkheden om CO2-uitstoot te reduceren.
Op dit moment wordt geïnventariseerd hoe het Data & Insights Network de emissie van CO2 binnen de data- en insightssector in kaart kan brengen en kan meten.
Onderstaand een toelichting vanuit het CBS dat een rapport hierover publiceerde.
Wie aan de uitstoot van broeikasgassen denkt, ziet waarschijnlijk intensieve veeteelt of een rokende fabrieksschoorsteen voor zich. Maar er kan ook met een bredere blik worden gekeken. Dienstverlenende organisaties spelen eveneens een rol. Denk bijvoorbeeld aan banken, IT-bedrijven en uitzendbureaus.
Dienstverlenende sector
Deze sector, ligt wellicht minder voor de hand, maar is ook belangrijk bij het streven om de broeikasgasvoetafdruk te verlagen, aldus het CBS. ‘De meeste mensen associëren de dienstverlenende sector niet met grote milieu-impact, maar je kunt hier ook anders naar kijken. We hebben het onder meer over banken, juridische adviseurs, IT-bedrijven, onderzoek- en databureaus, uitzendbureaus etc. die diensten leveren aan bijvoorbeeld de fossiele industrie. Ze faciliteren dan indirect een bedrijf dat een hoge broeikasgasuitstoot heeft. Onze berekeningen hebben zichtbaar gemaakt dat de dienstverlenende sector een grotere rol kan spelen in het verlagen van ketenemissies dan lang werd aangenomen. De sector heeft niet alleen eigen directe emissies, die betrekkelijk laag zijn, maar is onderdeel van een keten met hoge emissies. En in die keten is de meeste winst te boeken.’