Anonimiteit bij video- en audiogebruik

Wij bereiden ons voor op een kwalitatief onderzoek waarbij we beeld- en geluidsopnames zullen maken. In de (gedrags-)regels staat op pagina 35 de volgende tekst:

“Opnamen gemaakt met digitale (video- of audio) apparatuur zullen nooit onderdeel vormen van een rapportage van statistisch onderzoek, tenzij met toestemming van de respondent of wanneer de opnamen zijn geanonimiseerd.”

Maar hoe zit het met het live-streamen van een onderzoek? Opdrachtgevers kunnen niet altijd live op locatie meekijken, maar willen dit bijvoorbeeld op hun eigen kantoor doen. Mag dit zomaar, en mogen we die opnames ook achteraf ter beschikking stellen aan de opdrachtgever?

De basisregel is dat de respondent anoniem deelneemt aan een onderzoek. Dit betekent dat er geen video- of audio-opnames gedeeld mogen worden ter voorkoming van herkenning. Als de opdrachtgever wil meekijken, mag dit alleen met uitdrukkelijke toestemming van de respondent. De naam van de opdrachtgever moet dan worden genoemd, tenzij dit de onderzoeksresultaten zou beïnvloeden. In dat laatste geval moet de naam van de opdrachtgever na afloop van het gesprek worden gegeven (als daarom wordt gevraagd). Als de respondent dan alsnog van mening is dat hij/zij niet bekend of herkend wil worden door de opdrachtgever, mag de respondent eisen dat de opdrachtgever het gesprek niet kan volgen, of dat de opname wordt verwijderd/vernietigd.

De opdrachtgever mag de beelden en het geluid niet voor eigen gebruik overnemen. Als hij dat wel wil, moet dit ook worden afgesproken met de opdrachtgever in de verwerkersovereenkomst.

Met betrekking tot het gebruik van beeld en/of geluid door de opdrachtgever gelden strikte voorwaarden. Als de opdrachtgever dit wil, moet hij/zij de respondent informeren over welke informatie hij/zij wil gebruiken, voor welk doel en namens wie hij/zij dat wil gebruiken. Op basis van deze informatie kan de respondent wel of geen toestemming geven voor het gebruik van het beeld- of geluidsmateriaal.

Als de respondent geen toestemming geeft, moet er een andere respondent worden gevonden die wel bereid is die toestemming te verlenen. Een andere optie is een gesprek zonder herkenbaar beeld en/of herkenbaar geluid.

Het uitgangspunt blijft en is anonimiteit.

Wim van Slooten

Amsterdam, 12 augustus 2024